Huisdichter
Leesvoer voor fijnproevers


zaterdag, februari 22, 2003  

Rotte (?) Appel

In de meeste detectiveverhalen is het de auteur erom te doen, de lezer zou lang mogelijk onkundig te laten van hoe de vorken werkelijk aan de stelen zitten: wie heeft het gedaan en hoe? Ofschoon het lijk of de lijken zo vroeg mogelijk in het verhaal moet(en) vallen, mag de ontknoping de lezer pas op het eind voorgeschoteld worden; daaraan ontleent het verhaal nou juist zijn spanning.

De echtbreker, een "psychologische thriller" van René Appel uit 1999 is vast als experiment bedoeld. Vermoedelijk wilde Appel eens uitzoeken, of je óók een spannend boek kon maken als je die twee basisregels overboord zette. Het antwoord is "nee!", althans, naar Huisdichters mening.
De doden vallen pas in de laatste dertig pagina's. In de meer dan tweehonderd eraan voorafgaand lukt het maar niet de onbedwingbare passie tussen een dominee en een antiekhandelaarster geloofwaardig te maken. De dominee zet voor deze oude-spullen-bazin zijn huwelijk, het welzijn van zijn twee- of driejarig zoontje, zijn aanzien bij zijn gemeenteleden en zijn baan op het spel, zonder dat ie, gelovig als ie is, één keer bidt. De antiekhandelaarster is er enkel in geïnteresseerd de dominee in haar bed te krijgen, hoe vaker hoe liever, en dat er verkocht moet worden om het naakte bestaan te bekostigen raakt haar totaal niet. Zo alles verterend werkt de hartstocht in beiden, maar hoe dat zo komt? Dat is nog het raadselachtigste wat de lezer onder ogen krijgt. Hoe de twee doden vallen is verre van mysterieus: in beide gevallen staat de lezer er bovenop. Dat de politie e.e.a. ontraadselt kan dus onmogelijk als een verrassing komen.

Niet meer doen, zo'n proefneming, René. Dat leidt misschien wel tot een strop, maar vast niet tot een Gouden Strop.

posted by Theo | 10:32 a.m.
Reacties:

Een reactie posten
archief
contact
huisdichter leest
net uitgelezen
links poezië
overige links
kijkcijfers
let op