Huisdichter
Leesvoer voor fijnproevers


maandag, juni 16, 2003  

Leve de moordenaar

Tussen al het serieuze werk door mag huisdichter zich graag eens op een politieroman, een speurdersverhaal, een detective, een thriller storten, of hoe men dit nogal onderschatte genre ook noemen wil.
Nou ja, onderschat... Vandaag de dag is de literaire thriller een geaccepteerd en zelfs in de literatuurwetenschap redelijk gewaardeerd genre geworden. Maar Huisdichter heeft het over de dagen dat het predicaat literair nog niet op een detective werd geplakt en dit soort vertellingen nog als amusementslectuur of, erger, als pulp te boek stond.
Agatha Christie heeft lang gegolden als de koningin van dit type misdaadromans, waarvan de opkomst ongeveer te plaatsen valt in de jaren dertig tot zestig van de vorige eeuw. Maar het lezen van haar "Tien kleine negertjes" en "Giftig parfum" van Ngaio Marsh kort na elkander heeft Huisdichter ervan overtuigd dat Christie hooguit nog koningin-moeder mag heten, maar dat Marsh een vele malen beter schrijfster is.
Of liever gezegd: was. De Nieuw-Zeelandse Marsh overleed in 1982, op 86-jarige of 87-jarige leeftijd; daar wil Huisdichter vanaf wezen.
Haar boeken zijn voorbeelden van de klassieke whodunnit: er is een moord, een brede kring van waarschijnlijke daders en een slimme speurneus, al of niet van de politie, die op ingenieuze wijze via scherp waarnemen en pienter deduceren op uiterst verrassende wijze de ware toedracht ontrafelt.
Dat kon Christie ook allemaal wel. Maar de toegevoegde waarde van de beste van Marsh' 32 boeken schuilt in haar verrassend goede inzicht in de menselijke psyche, haar verdraaid handige gebruik van de kennis van bepaalde milieus - met name van het Engelse toneelwereldje. Ze weet verdomd goed hoe het daar toe gaat (of ging). Althans, ze wist het verbazend geloofwaardig neer te zetten. Het is natuurlijk ook een prachtig milieu voor een misdaadverhaal: toneelspelers zijn toch al geneigd zich anders voor te doen dan ze werkelijk zijn en spelen toch al een spel met schijn en werkelijkheid. Dat maakt ze tot uitermate geschikte personages voor een misdaadroman: hoe verwarrender hoe mooier.
Uitgekiende beschrijvingskunst, het vermogen echte levende karakters neer te zetten in plaats van de bordkartonnen flat characters die je bij veel andere detectiveschrijvers aantreft: wat wil een lezer nog meer - naast een vernuftige intrige, wel te verstaan? Misschien het gevoel voor deerniswekkende menselijkheid, dat Marsh weet op te roepen. Zij is waarachtig in staat de lezer te bewegen tot meegevoel met zowel het tragische slachtoffer en de ten onrechte verdachten, als zelfs met de dader. Ook haar held, inspecteur Alleyn, lijkt een mens van vlees en bloed.
Dan moet je verdorie toch echt van goede huize komen, zeker bij Huisdichter. Die is niet snel tevreden.

posted by Theo | 11:16 a.m.
Reacties:

Een reactie posten
archief
contact
huisdichter leest
net uitgelezen
links poezië
overige links
kijkcijfers
let op