Huisdichter
Leesvoer voor fijnproevers


dinsdag, oktober 19, 2010  

Op 13 okt. schreef M.:

Hoe vrij is onze vrije pers?

(Een Duitse sinoloog) wilde in vooraanstaande Duitse dagbladen een overzicht publiceren van zijn verzameling Chinese essays. Door de redacties werd hem medegedeeld dat Duitse lezers enkel gëinteresseerd waren in werk van Chinese dissidenten, verder niet.

Begrijp me niet verkeerd: ik ben voorstander van een volkomen vrije pers. maar zoals dit citaat (http://bitly/cVjFy6) mooi aantoont, valt het te betwijfelen of die fameuze vrije Westerse pers wel zo vrij is.
In de jaren '90, op de school voor journalistiek, werd mij geleerd wat goede journalistiek is. Een van de uitgangspunten is, dat een goed journalist ernaar moet streven zo onpartijdig en objectief mogelijk te zijn, al is dat onmogelijk geheel en al te realiseren. Om te beslissen wat wel en geen nieuws is, moet hij zich vragen stellen als: hoe opmerkelijk, hoe ongewoon is dit nieuwsfeit; hoeveel impact heeft dit feit op de maatschappij (de onze of die der gehele wereld); hoeveel mensen gaat dit feit aan; hoe dicht bij mijn wereld deed dit feit zich voor en hoeveel mensen kwamen er bij om? Deze vragen moeten allemaal zo goed mogelijk beantwoord zijn vanuit een objectief standpunt. Zo is mij geleerd.
Later, toen ik voor een regionaal TV- en radiostation werkte, merkte ik dat elke dag begon met de vraag: wat houdt, volgens ons, de mensen vandaag bezig? En dat was zo'n beetje de enige vraag die men stelde. Als een door de burgemeester gelaten wind het gesprek van de dag was, dan moesten alle programma's voornamelijk daarover gaan, onze website en teletekstservice ook. Tot zover de journalistenopleiding.

Slaaf der openbare mening
De Duitse krant die het stuk over de Chinese essays weigerde, werkte net zo: slaaf van de publieke opinie. De pers drukt alleen of zendt alleen uit wat de mensen a prior interesseert. En dat is: mensenrechten en het eisen van een op Westerse leest geschoeide democratie in China; geen essays.
Waarom maakt de pers zich zo ondergeschikt aan de openbare mening? Het antwoord ligt voor de hand. Een krant moet verkocht worden, naar tv-programma's moet worden gekeken; hoe meer kijkers/lezers, hoe beter. Dit geldt zowel voor de commerciele als voor de publieke media. die gefinancierd worden door regionale of nationale overheden. Het station waar ik voor werkte, werd door de regionale overheid gesubsidieerd met ongeveer tien miljoen euro per jaar. En toch stonden de programma's en hun invloed in dienst van de vraag: hoe krijgen we meer kijkers/luisteraars?

Anti-islamitisch materiaal
- Een hond die altijd maar in de voortuin van buurtbewoners piest: interessant
- Een grondige analyse van de problemen waarmee het lokale bestuur kampt als het probeert zijn diensten aan het publiek doeltreffender te maken: saai, gaap gaap.
-Een voetballer die naar verluidt wel of niet naar een andere club overgaat: sportnieuws opent ermee.
-Een heldere uitleg over China's politieke betrekkingen met de regionale overheid in kwestie: oninteressant, te ingewikkeld, zit niemand op te wachten.
-Een politicus die anti-islamitische gevoelens lucht geeft in een toespraak: goed voor minstens een opening en talloze vervolgen, want dit is minstens een week lang het gesprek van de dag.
- een tv-onderwerp dat uitzoekt of wat hij zegt op betrouwbare feiten berust: niet pakkend en te tijdrovend.

Echt vrij?
Zijn beslissingen, zoals die over de vraag wat nieuws zal zijn en wat niet, echt gebaseerd op journalistieke principes? Of, in meerdere of mindere mate, op onjournalistiek opportunisme?
Een waarlijk vrije pers zou het lef hebben werkelijk vrijuit te kiezen wat tot nieuws gepromoveerd wordt en wat niet. Een waarlijk vrije pers zou zich niet laten gijzelen. Niet door een systeem, niet door geld, niet door macht. En niet door de publieke opinie.

posted by Theo | 11:36 p.m.
Reacties:

Een reactie posten
archief
contact
huisdichter leest
net uitgelezen
links poezië
overige links
kijkcijfers
let op