Huisdichter Leesvoer voor fijnproevers |
vrijdag, december 03, 2010 M schreef op 2 december: De grote muur van Nanjing Elke zichzelf respecterende beschaving lijkt er een of meer gehad te hebben: muren. Westerse kastelen en steden in Middeleeuwse en oudere tijden hadden ze. De Duitsers hadden er een, tot ze besloten hem neer te halen. China heeft er ook vele gekend. Mijn lief en ik bezochten de op een na beroemdste: de stadsmuur van Nanjing. We wisten niet eens dat we er bovenop konden lopen, tot we erlangs wandelden in een park rond Nanjings grote meer. het zag er allemaal net gerenoveerd uit, als had men zich voorbereid op de olympische spelen 2014 te Nanjing. Omhoog We ontdekten de ingang van het Stadsmuurmuseum toen we een grote trap tegenkwamen met een bordje: Omhoog. Het museum zelf is niet zo bijzonder. Het is nogal klein met zijn 3 of 4 expositieruimten. Het viel ons op dat de ingang in het Engels stond aangegeven, maar binnen vind je enkel Chinese teksten. Het was interessant de opsomming te zien van stadsmuren van over de hele wereld. Zelfs die van Brussel werd genoemd en verondersteld 4 km. lang te zijn. De entreeprijs was laag: 15 RMB p.p. met 50 procent korting voor studenten. Daarbij is een wandeling inbegrepen over het hoogste deel van de 33km. lange muur van Nanjing. Dat compenseerde het ondermaatse museum. Vanaf de muur genoten we van het uitzicht: de gebouwen van Nanjing met kunstgras en zonnenpanelen, en zelfs was er een klein excercitieterrein in de stad. Erbuiten kijkt men uit over het meer. Gratis binnen Bij een prachtig tegen een heuvel gebouwd Buddhistenklooster kan men alleen maar terug via de rest van het museum en dan naar een lager deel van de muur. De uitgang van het museum heeft geen loket en geen portier. De kassa hier bleek onderin te zijn en zo gesitueerd, dat je er ongezien langs kunt. Zo kun je het museum en de hoogste muur betreden zonder te betalen. (Niet vertellen dat dit van mij komt) Eenmaal beneden kan men de wandeling rond het meer vervolgen. Voor ons eindigde het met tamelijk lang zoeken naar de bushalte van lijn 2o. Details: - Bus 20 stopt bij de ingang van het park bij het meer van Xuanwu (2 RMB) - Entree voor het museum: 15 RMB, of 18 als men een ansichtkaart-achtig toegangskaartje wil; studenten half geld. - Kinderen kleiner dan 1.30 m. mogen doorgaans gratis naar binnen, maar dat is in dit geval niet zo'n goede deal. Als je zo klein bent zijn de borstweringen op de muur te hoog en zie je alleen de lucht. - Bij de ingang van het park zijn heetwaterbronnen; helaas alleen toegankelijk voor mannen. posted by Theo | 7:24 a.m. (1) reacties woensdag, oktober 20, 2010 M. schreef op 14 oktober: Gij zult de Chinese wet gehoorzamen: een papieren tijger De pen is machtiger dan het zwaard, volgens een oud gezegde. Maar in China zijn dreigende woorden vaak niet half zo dreigend als zwaarden kunnen zijn. Ze zijn veelal niet meer dan papieren tijgers. Theorie en praktijk Neem nou studeren in China. na mijn aankomst werd ik geconfronteerd met een massa geboden en strikte verboden. In een speciale bijeenkomst kregen wij, studenten, die regels uitgelegd. We kregen ze ook nog eens in gedrukte vorm, op vellen papier en in een boekje. De grondtoon is steeds dat je de Chinese wet dient te gehoorzamen en streng gestraft wordt als je dat nalaat. Maar dat is de theorie. In de praktijk kun je alles doen wat je wilt, zolang niemand er last van heeft en zolang je het maar aan niemand vertelt. Voorbeelden Een paar voorbeelden van wat studenten niet mogen, maar wel doen. -We moeten de Chinese wet gehoorzamen, maar negeren stoplichten, kopen aldoor illegale DVD's en spullen van illegale verkopers. -We moeten om 11 uur 's avonds stil in onze slaapkamers zijn, maar velen van ons zijn dan nog op, kletsend en soms feestend, als het niet op de slaapkamers is, dan is het wel in bars en clubs. -Ze sluiten het hek naar de campus 's nachts, maar repareren nimmer de ontbrekende spijlen waardoor wij naar believen in en uit kunnen. -We mogen geen gasten bij ons laten overnachten, want bezoekers moeten ongeveer 8 euro per nacht betalen, maar zolang je geen mens vertelt dat je een loge hebt, zal niemand vragen stellen. En het personeel schijnt er niets om te geven of er niets van te merken. -Je wordt verondersteld geen geblokkeerde websites te bezoeken, maar we gebruiken VPN's e.d. om dat verbod te omzeilen. We kunnen zelfs de internet-reparatieman vragen onze VPN te maken zonder dat dat nare gevolgen heeft. -Over uitstapjes langer dan drie dagen moeten we tevoren de administratie inlichten, maar nooit doet iemand dat. -We moeten minimaal zeventig procent van onze taallessen volgen, maar naar mijn indruk gaan sommigen van ons er bijna nooit naartoe. -Men zegt dat er nog steeds studenten zijn die nooit naar college gaan en hun studietijd gebruiken om in een lange vakantie China rond te reizen, zonder nare gevolgen. Loze rethoriek Ik las zojuist op Twitter dat het Confucius Instituut na leraren naar China stuurt. Ook op hun benoemingsdocumenten staan zinnen als: Gij zult de Chinese wetten gehoorzamen. Degene die het twitterde schijnt er genoeg hekel aan te hebben om er sarcastische tweets aan te wijden. Ze is nederlands en er waarschijnlijk aan gewend toestemming te vragen als dat officieel verlangd wordt. Maar dit is China, dus in de praktijk is het alleen maar lege partijrethoriek, zeker weten, tenzij je luidkeels Tibet vrij begint te gillen op straat. Als je dat doet, ben je ofwel extreem idealistisch ofwel extreem naief (en onwetend, maar dat is weer een ander verhaal). Met andere woorden: de dreigende discussie over je benoemingspapieren is slechts een papieren tijger. Ik zou me geen zorgen maken, zolang ze niet met zwaarden beginnen te zwaaien. posted by Theo | 11:33 p.m. (0) reacties dinsdag, oktober 19, 2010 Op 13 okt. schreef M.: Hoe vrij is onze vrije pers? (Een Duitse sinoloog) wilde in vooraanstaande Duitse dagbladen een overzicht publiceren van zijn verzameling Chinese essays. Door de redacties werd hem medegedeeld dat Duitse lezers enkel gëinteresseerd waren in werk van Chinese dissidenten, verder niet. Begrijp me niet verkeerd: ik ben voorstander van een volkomen vrije pers. maar zoals dit citaat (http://bitly/cVjFy6) mooi aantoont, valt het te betwijfelen of die fameuze vrije Westerse pers wel zo vrij is. In de jaren '90, op de school voor journalistiek, werd mij geleerd wat goede journalistiek is. Een van de uitgangspunten is, dat een goed journalist ernaar moet streven zo onpartijdig en objectief mogelijk te zijn, al is dat onmogelijk geheel en al te realiseren. Om te beslissen wat wel en geen nieuws is, moet hij zich vragen stellen als: hoe opmerkelijk, hoe ongewoon is dit nieuwsfeit; hoeveel impact heeft dit feit op de maatschappij (de onze of die der gehele wereld); hoeveel mensen gaat dit feit aan; hoe dicht bij mijn wereld deed dit feit zich voor en hoeveel mensen kwamen er bij om? Deze vragen moeten allemaal zo goed mogelijk beantwoord zijn vanuit een objectief standpunt. Zo is mij geleerd. Later, toen ik voor een regionaal TV- en radiostation werkte, merkte ik dat elke dag begon met de vraag: wat houdt, volgens ons, de mensen vandaag bezig? En dat was zo'n beetje de enige vraag die men stelde. Als een door de burgemeester gelaten wind het gesprek van de dag was, dan moesten alle programma's voornamelijk daarover gaan, onze website en teletekstservice ook. Tot zover de journalistenopleiding. Slaaf der openbare mening De Duitse krant die het stuk over de Chinese essays weigerde, werkte net zo: slaaf van de publieke opinie. De pers drukt alleen of zendt alleen uit wat de mensen a prior interesseert. En dat is: mensenrechten en het eisen van een op Westerse leest geschoeide democratie in China; geen essays. Waarom maakt de pers zich zo ondergeschikt aan de openbare mening? Het antwoord ligt voor de hand. Een krant moet verkocht worden, naar tv-programma's moet worden gekeken; hoe meer kijkers/lezers, hoe beter. Dit geldt zowel voor de commerciele als voor de publieke media. die gefinancierd worden door regionale of nationale overheden. Het station waar ik voor werkte, werd door de regionale overheid gesubsidieerd met ongeveer tien miljoen euro per jaar. En toch stonden de programma's en hun invloed in dienst van de vraag: hoe krijgen we meer kijkers/luisteraars? Anti-islamitisch materiaal - Een hond die altijd maar in de voortuin van buurtbewoners piest: interessant - Een grondige analyse van de problemen waarmee het lokale bestuur kampt als het probeert zijn diensten aan het publiek doeltreffender te maken: saai, gaap gaap. -Een voetballer die naar verluidt wel of niet naar een andere club overgaat: sportnieuws opent ermee. -Een heldere uitleg over China's politieke betrekkingen met de regionale overheid in kwestie: oninteressant, te ingewikkeld, zit niemand op te wachten. -Een politicus die anti-islamitische gevoelens lucht geeft in een toespraak: goed voor minstens een opening en talloze vervolgen, want dit is minstens een week lang het gesprek van de dag. - een tv-onderwerp dat uitzoekt of wat hij zegt op betrouwbare feiten berust: niet pakkend en te tijdrovend. Echt vrij? Zijn beslissingen, zoals die over de vraag wat nieuws zal zijn en wat niet, echt gebaseerd op journalistieke principes? Of, in meerdere of mindere mate, op onjournalistiek opportunisme? Een waarlijk vrije pers zou het lef hebben werkelijk vrijuit te kiezen wat tot nieuws gepromoveerd wordt en wat niet. Een waarlijk vrije pers zou zich niet laten gijzelen. Niet door een systeem, niet door geld, niet door macht. En niet door de publieke opinie. posted by Theo | 11:36 p.m. (0) reacties maandag, oktober 18, 2010 m. schreef op 10-10-10: Bevordert de Nobelprijs voor de vrede werkelijk een betere wereld? En weer gonsde het in de Westerse wereld van het negatieve Chinanieuws. Deze keer dankzij de Nobelprijs voor de vrede, toegekend aan de Chinese dissident Liu Xiaobo. Maar hoe nuttig is de discussie over mensenrechten, die nu de westerse geesten weer beheerst? Voor wie het nog niet weet: Liu is een luis in de pels van de Chinese regering sinds Tian An men, 1989. Hij is bovendien een van de auteurs van Charta 08, waarin een groep intellectuelen om meer democratie in China vraagt. Liu heeft een respectabel aantal jaren doorgebracht in Chinese werkkampen en gevangenissen, wat altijd in je voordeel werkt als je voor de nobel Vredesprijs gaat. Liu kreeg de prijs voor zijn geweldloze strijd voor meer mensenrechten in China. De toekenning van de prijs aan Liu Xiaobo heeft de Westerse wereld weer een prima excuus geleverd om een oud twistpunt nieuw leven in te blazen: de eis dat de Chinese overheid de mensenrechten beter in acht neemt - alsof die momenteel niet met grotere problemen te kampen heeft (de enorme kloof tussen arm en rijk, het scheppen van banen voor 10 miljoen mensen per jaar, vervuiling, klimaatverandering, internationale verhoudingen, energieverbruik, en natuurlijk de economie in het algemeen.) Westerse arrogantie Begrijp me alstublieft niet verkeerd: ik ben absoluut voor mensenrechten en ook denk ik dat we in een heel wat betere wereld zouden leven als elke regering ze serieus zou beschermen. maar daar gaat het hier niet om. mijn punt is, dat iemand die het realistisch acht een ommekeer in de mensenrechtensituatie in China te eisen, China en zijn huidige situatie niet begrijpt. Het lijkt nogal arrogant zulke eisen te stellen zonder precies te weten waar je het over hebt. Wie China begrijpt, zou waarschijnlijk liever geduldige stille diplomatie toegepast zien ter bevordering van de mensenrechten alhier. En toch stellen miljoenen Westerlingen die eis. Vredesprijs Eigenlijk vraag ik me af, waarom niemand de Nobelprijs voor de Vrede zelf niet ter discussie stelt, terwijl hewt toch duidelijk is dat de winnaars in veel gevallen omstreden zijn. Vorig jaar kreeg obama de prijs, alleen omdat hij schone beloften deed - hij was nog niet eens lang genoeg in functie om ze waar te maken. Arafat won de prijs en werd later beschuldigd van terrorisme. Zelfs A. Hitler was ooit genoemd voor de onderscheiding (zijn nominatie werd herroepen voor de prijs werd uitgereikt) en Stalin werd genomineerd omdat hij geholpen had een eind aan WO II te maken. De Vredesprijs zegt meer over de mensen die hem toekennen dan over degenen die hem ontvangen. Hij zegt weinig over de verdiensten van de gelauwerde, maar veel over de publieke opinie van het moment. Dus: de Nobel Vredesprijs is slechts belangrijk omdat de openbare mening er belang aan toekent, niet omdat hij het objectief gezien is. En omdat China en mensenrechten beide hot items zijn, in het Westen tenminste, ging de prijs naar een Chinese mensenrechtenactivist. Cirkel rond. Bevordert de Vredesprijs nu werkelijk een betere wereld, vraag ik me af. Of drijft hij verschillende werelden juist verder uit elkaar en is het alleen maar een middel om de publieke opnie te bespelen (en daarmee de wereldpolitiek te beinvloeden)? Voor de goede orde: het bericht dat Liu Xiaobo de prijs gewonnen had, werd NIET geweerd uit Chinese media en websites. posted by Theo | 1:21 a.m. (0) reacties zondag, oktober 17, 2010 Op 7 oktober schreef M.: Qingchen Houshan: prachtige natuur, slecht hotel, geschokt klooster het is mijn favoriete landschap. Bergen, watervallen en volop natuur. Qinchenshan heeft het allemaal, dus besloten we onze Gouden Week-vakantie te besteden aan de verkenning van dit gebied. Helaas - dat kon je verwachten in China's Gouden Week - waren we niet de enigen met dit briljante idee. Buskaartjes waren twee dafgen tevoren reeds uitverkocht; we kochten dus kaartjes voor dag 3. De bus bracht ons naar Qinsheng Qianshan. Eigenlijk zijn dat twee plaatsen: Qianshan en Houshan. Het eerste betekent: de voorkant van de berg, het tweede: de achterkant ervan - wat verder weg is. In Qinsheng Qianshan vonden we na veel gevraag een minibusje naar de achterkant van de berg. De rit was kort maar adembenemend. Als je wilt weten hoe snel men rijden kan op een smalle, overvolle weg, dan is dit de manier om er achter te komen. Wandeling In Qinsheng Houshan begonnen we aan een wandeling en vonden de route die niet meteen naar het meer leidt, maar juist de andere kant op. Tussen de massa's toeristen door slaagden we erin te zien hoe schoon de natuur inderdaad is. Eenmaal op het plateau boven het meer (waar de kabelbanen eindigen die wij natuurlijk niet genomen hadden: te duur en te druk) troffen we niet zo heel veel toeristen aan. We wandeleden het hele stuk omhoog naar het boeddhistenklooster bijna op de top, waarbij we heel wat plaatsen passeerden waar we konden rusten en eten, en een paar dorpen die eigenlijk geheel uit hotels bestonden. het is een pittig eind naar het klooster, dus verdienden we daar wel een beloning. we kochten de gouden medaille en lieten hem met onze Chinese namen graveren door de monnik van dienst. We kochten ook een hangslotje, lieten daar ook onze namen op zetten plus de woorden voor altijd en hingen het aan de tempel. Dit gebruik kwamen we nooit eerder tegen, hoewel onze Duitse vriend inde slaapzaal geeuwde: O, dat doet iedereen in de hele wereld. Maar daar werd onze liefde toch niet minder van? Klooster met littekens Het klooster zelf draagt nog de littekens van de aardbeving van 2008. Er blijkt nog bijna niets gerestaureerd te zijn. Men kwam er nog niet aan toe door het ontbreken van goede aanvoerwegen (er zijn enkel voetpaden) en doordat heli's er niet kunnen landen. na de beving moesten eerst de voetpaden worden hersteld. Nu zamelt men fondsen in voor de restauratie, die nu volgens de monniken spoedig zal beginnen. Vreemd, om als dagjesmens temidden van vele anderen een klooster te bezoeken vol scheuren en met nogal wat ruines. Wat zou er tijdens de beving en in de jaren erna in de hoofden van de monniken zijn omgegaaan? Horrorhotel Na het bezoek aan het klooster vatten we de terugweg bergafwaats aan en logeerden in een van de hoteldorpen. Onze kamer was prijzig, maar het geld niet waard. Het toilet was smerig, aan de douche ontbrak de douchekop, evenals het beloofde warme water. De deur had een slot maar geen sleutel. 'sNachts kon ik luid en duidelijk iemand horen snurken in de kamer naast de onze. Het eindigde ermee, dat we 120 RMB dienden te betalen; afdingen tot 100 lukte niet. De kamer was niet meer dan 30 RMB waard, als je het mij vraagt. Maar vooruit, het was per slot van rekening Gouden Week, dus we betaalden maar en waren tevreden, dat we uberhaupt een plekje hadden - hoewel het achteraf gezien mogelijk had moeten zijn een goedkopere c.q. betere plaats te vinden. Terugreis na bijna overreden te zijn door een Chinese toerist in een idioot grote auto die hij kennelijk niet zo geweldig in zijn macht had, vonden we een bus terug naar Qincheng Qianshan. Hij zette ons af bij een busstation, waar we een halte vonden voor de bus naar Chengdu. het was daar niet al te best geregeld. Het was er overvol met terugreizende toeristen en er liepen talloze beambten rond om de menigte met veel geargumenteer in goede banen te leiden. Wij namen deel aan het aloude Chinese spel dring-jezelf-in-de-bus-eer-men-je-voor-is, wisten een paar kaartjes te bemachtigen en slaagden erin in de bus naar Chengdu terecht te komen. Het wachten in het gedrang kostte zowat een half uur. posted by Theo | 11:39 p.m. (0) reacties vrijdag, oktober 01, 2010 op 27 september 2010 schreef M.: Wat nou, een-kindpolitiek? De schandelijke(?) en veelbesproken 1-kindpolitiek was aan versoepeling toe. Zou luidden recente geruchten. In reactie daarop heeft Li Bin, hoofd van de Commissie voor Nationale Bevolkings- en Gezinsplanning, verklaard dat daar geen sprake van is: China zal zijn 1-kindbeleid de komende decennia voortzetten. Het nieuws werd verspreid door Associated Press (AP) en kwam in vele kranten over de hele wereld terecht, o.m. in de Star Tribune. Mij bereikte het bericht via twitter. Twee-kinderenpolitiek Het artikel deed me echter de wenkbrauwen optrekken. Volgens AP verplicht de politiek families in de steden zich tot een kind te beperken en plattelandsgezinnen om het bij twee kinderen te laten. Maar dit is een verregaande versimpeling. Eigenlijk is de zgn. 1-kindpolitiek een 2-kinderenpolitiek, althans de komende decennia. Jonge stellen die aan kinderen beginnen, werden zelf geboren onder het 1-kindbeleid van na Mao en zijn dus enig kind. Als beide ouders enig kind zijn, zijn hen twee kinderen toegestaan. Momenteel geldt dat voor nagenoeg iedere stadsbewoner. En de komende decennia zullen verstreken zijn voor hun nageslacht (twee leden ervan) zelf aan kinderen toe is. Veel minderheden, bijv. de hui en de Tibetanen, hebben al toestemming zoveel kinderen te hebben als hen goeddunkt. In Hongkong, Macao en Tibet is de regel al helemaal niet van toepassing. Focus I.p.v. dit alles uit te leggen, geeft AP er de voorkeur aan op problemen te focussen, zoals vergrijzing van de maatschappij en het vrouwenoverschot. Maar deze zullen hopelijk reeds opgelost worden doordat de stadsbewoners de komende jaren veelal twee kinderen zullen krijgen i.p.v. een. Helemaal geen kinderen Ik sprak onlangs een Chinese vriend over deze kwestie. Hij vertelde, dat steeds meer Chinezen ervoor kiezen geheel kinderloos te blijven. Zij willen niet zoveel tijd-, energie- en geldverslindend gedoe, waarmee het opvoeden van kinderen nu eenmaal gepaard gaat, doormaken als hun ouders. In plats daarvan willen ze een gelukkig en gemakkelijk leven en willen ze hun geld aan zichzelf besteden. Misschien is dit wel een bij-effect van het 1-kindbeleid: het schiep een boel egocentrische mensen. Als mijn vrien het bij het rechte eind heeft en deze trend zich voortzet, zal een beperkend beleid t.a.v. het hebben van kinderen vanzelf overbodig worden. Maar tot het zover is, lijkt het in ieder geval beter de term 1-kindpolitiek te laten vallen. Minstens voor de komende decennia. posted by Theo | 3:11 a.m. (0) reacties maandag, september 27, 2010 Op 22 sept. noteerde M: Darwinistisch argument: stop met het beschermen van de panda... De provincie Sichuan staat alom bekend als het terrein van de reuzenpanda. Vorige week brachten A. en ik een bezoek aan Het Reuzenpand Onderzoekscentrum te Chengdu. Dat ziet eruit als een dierentuin met alleen maar reuzen- en rode panda's. Het centrum tracht de geliefde reuzenpanda voor uitsterven te behoeden. Panda's toekomst ziet er nogal zorglijk uit. Er leven er nog slechts 500 in het wild en zij planten zich maar langzaam voort. Ouder dan de mens In het pandacentrum leerden we dat panda's langer op aarde rondlopen dan de mens. De reuzenpanda overleefde de klimaatverandering die de dinosauriers uitroeide, maar veranderde aanzienlijk. Van een vervaarlijke, vleesetende beer evolueerde hij tot de grappige maarextreem luie vegetarier van nu. Zijn dieet bestaat voor 99 procent uit bamboebladeren en -stengels. Door de lage voedingswaarde van dit dieet heeft de panda geen fut meer voor de jacht en voor de sex. Hij doet weinoig meer dan eten en slapen. Bovendien is hij erg vatbaar geworden voor ziekten: kanker, infecties e.d. Zwak en over de datum De reuzenpanda bestaat al meer de 8 miljoen jaar, terwijl andere soorten het gemiddeld 5 miljoen jaar uithielden. Een Darwinist zou staande kunnen houden, dat men niet langer moet proberen het uitsterven van de panda's tegen te gaan. De soort is verzwakt en heeft zichzelf overleefd, en dat is slechts te dele te wijten aan menselijk ingrijpen (opwarming van de aarde, ontbossing) hoe het ook zij, het pandacentrum heeft succes met het fokken van jonge reuzenpanda's. We konden een paar ontzettend vertederende zuigelingen bewonderen. Hoe kom je er? Om bij het pandacentrum te komen namen we een taxi vanaf de westelijke uitgang van mijn universiteit voor 41 RMB (5 euro) We bleven er een hele dag, maar geloof gerust de Lonely Planet: het kan in drie uur. Voor de terugreis namen we bus 532 naar zijn eindpunt (een der grote busstations en vandaar bus 49 naar Mengzi QiaoHet laatste stukje naar de campus wandelden we. posted by Theo | 12:19 p.m. (0) reacties M schreef op 22 september: Vijf dingen, die in Chinese leslokalen anders zijn Opstaan s.v.p. In groteter collegezalen staan studenten op voor zij de docent of de rest van de klas aanspreken.Over het algemeen lijken zij meer respect te hebben voor leraren dan in Nederland en Belgie het geval is. De groep zwijgt zolang de docent spreekt. Helemaal waar is dit niet: studenten produceren heus wel geluid tijdens de les. Maar dat is niets vergeleken bij de soms uiterst persoonlijke verhalen waarvan Belgische studenten elkaar deelgenoot willen maken terwijl de docent onderwijs probeert te geven in die grote collegezalen. Leraren houden van hard: Als je ooit in China bent geweest, kan het je opgevallen zijn dat Chinezen gek zijn op geluidsinstallaties, vooral als die op hun allerhardst staan. In de leslokalen is dat niet anders. In Belgie gebruiken hoogleraren ook een geluidsinstallatie als zij een honderdtal studenten toespreken. Maar zij maken gebruik van zo een klein microfoontje dat je onzichtbaar op je kleding bevestigt. In China kiezen ze voor een handmicrofoon zoals bij karaoke. En ze deinzen nergens voor terug: mijn prof Chinese Cultuur houdt ervan echt in de microfoon te schreeuwen met de installatie op maximum volume. Luister, luister! Geen dialect a.u.b. Men propageert het gebruik van standaard taal. Op de muur prijkt een poster die ons op het hart drukt in de collegezaal standaard Chinees te spreken en geen dialect te gebruiken. Zoals de meeste publieke mededelingen in China wordt dit op grote schaal genegeerd. Eerst luisteren, dan vragen Terwijl Belgische studenten hun vragen gewoonlijk mogen stellen zodra ze zich voordoen, bewaren Chinese studenten hun vragen voor later. Lessen verlopen daardoor vlot en volgens tijdschema, maar erna verdringt zich een hele zwerm studenten zich rond de docent. posted by Theo | 12:06 p.m. (0) reacties |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||